“Mam, het is misschien niet de vakantie die we hadden bedacht maar het is wel fijn dat we samen mensen hebben kunnen helpen.”
Emma (9)
Met gemengde gevoelens vertrokken we naar het Griekse eiland Lesbos, voor onze vier weken durende vakantie. Onze vier kinderen waren heel duidelijk: toekijken terwijl wij vakantie zouden vieren, was geen optie.
We zagen dagelijks honderden bootvluchtelingen aankomen. We stonden met ons zessen de overvolle boten op te wachten, hebben mensen water en droge kleren gegeven, brachten ze (voornamelijk vrouwen en kinderen) met onze auto van de kust naar de verzamelplaatsen. We wasten kleren die op de stranden waren achtergelaten, zodat nieuwe vluchtelingen ze konden gebruiken en daarnaast hebben we stranden opgeruimd. Maar het belangrijkste was dat we deze mensen konden verwelkomen met een lach, met een hand op hun schouder of met een knuffel.
Eindelijk in het veilige Europa?
We hebben mensen na hun aankomst zien huilen, lachen, bidden, op hun knieën gaan, danken, dansen, stralen, geliefden zien kussen, knuffelen met hun kinderen, selfies zien maken en bellen met het thuisfront om te vertellen dat ze het hadden gehaald. Allemaal blij nog in leven te zijn en dankbaar te zien en te weten dat ze niet alleen waren. Ze waren eindelijk in het veilige Europa! Hier was de ellende voorbij… Toch?
Helaas! Op de verzamelplaatsen en in de kampen in de hoofdstad zagen en roken we dat dat geen plaatsen voor mensen zijn. Er was dankzij giften water en wat te eten, er hingen een paar buitendouches (koud water en zonder privacy) en er waren twee (verstopte) wc’s (ongeveer duizend tot tweeduizend mensen per wc). Kinderen speelden er tussen het afval en er was gevaar voor slangen en schorpioenen. De kampen waren niet gemaakt voor zoveel mensen. Het stonk er en het was er zinderend heet. Soms wisten mensen van gaasdoek, karton en ander afval een soort tent te maken, om enige bescherming te vinden tegen de zinderende hitte.
Erbarmelijke omstandigheden
In deze kampen moeten verblijven is een hel! De vrijwilligers staan dag en nacht klaar en doen hun uiterste best, maar het blijven troosteloze plekken. Het is puur overleven in de hoop op een leven in vrijheid. Want dat is waar ze naar op zoek zijn, vrede en vrijheid. De drang naar vrijheid is zo groot dat ze na alles wat ze hebben meegemaakt in hun thuisland en de gruwelijkheden die ze hebben gezien nog maar één ding willen: koste wat het kost de vrijheid tegemoet! Gelukkig toverden de ‘eigen’ knuffels van onze kinderen die ze van huis hadden meegenomen en die ze uitdeelden aan verschillende kinderen in de kampen een grote dankbare lach op veel gezichtjes.
In het midden van deze ellende hebben we de veerkracht gezien van mensen op de vlucht. We zagen hoe ze van niets iets weten te maken. Zo hoorden we tijdens ons bezoek aan kamp Moria een aantal mensen gezamenlijk zingen. Het geluid kwam van mensen die opgesloten zaten binnen de muren van de troosteloze gevangenis, maar het klonk prachtig. We mochten in veel dromen van mensen die we ontmoetten delen. We genoten van hun stralende ogen als ze daarover spraken en we hoorden de hoop in hun stem.
Dromen van vrijheid
We hoorden de droom van een dokter die hoopt binnenkort weer mensen te kunnen genezen, de droom van een ingenieur die vijf talen sprak en vertelde graag naar zijn zoon in Duitsland te willen gaan nu er geen leven meer mogelijk is in Syrië. Of die van de 23-jarige Yousuf. Hij wil zijn universiteitsstudie graag afmaken en vanuit Griekenland op de fiets naar Nederland en België komen om ons op te zoeken en hier een nieuw leven te kunnen beginnen. We hoorden de droom van een moeder die graag naar Duitsland wil, zodat haar dochtertje daar geopereerd kan worden aan letsel veroorzaakt door de oorlog. Dit was niet meer mogelijk in Syrië.
En zo hoorden we nog vele dromen, maar ondertussen zijn ze dakloos in Europa en dat is misschien nog wel wat ons het meeste raakt en verdrietig maakt. We zijn gaan houden van de mensen die we hebben ontmoet. We hopen dat het goed met ze gaat en bidden dat ze een veilige plek zullen vinden, waar ze zich geliefd mogen voelen. Onze hoop is dat hun ultieme droom om in vrijheid naar hun eigen land terug te kunnen keren, ooit werkelijkheid zal worden.
Dankbaar voor veiligheid
We zijn nog dankbaarder thuis gekomen dan dat we al waren. Dankbaar in een veilig land te wonen waar geen oorlog heerst, waar we een dak boven ons hoofd hebben en voedsel, water en kleding te over. Dankbaar om een bed te hebben en een deken om ons warm te houden en de mogelijkheid voor onze kinderen om naar school te kunnen gaan en in vrijheid te kunnen spelen.
Deze voor ons zo vanzelfsprekende dingen zijn minder vanzelfsprekend geworden. Wij hoeven ons bijvoorbeeld geen zorgen te maken over het feit dat wanneer onze borstvoeding gestopt is door enorme stress, er geen babymelk voorradig is om onze huilende baby’s te kunnen voeden. Of dat we luiers uit moeten spoelen en ze moeten laten drogen in de zon, omdat er geen schone, droge luiers zijn. Wij hadden het zomaar kunnen zijn als ons land in oorlog zou zijn…
Cijfers werden mensen, gezichten kregen namen en verhalen werden mensenlevens en de begrippen vrijheid en vrede kregen een nieuwe betekenis. Wij zijn ervan overtuigd dat een leven waardevol is en het éne leven niet waardevoller is dan het andere. We zijn trots op onze kinderen die graag wilden helpen, er wilden zijn voor mensen die het op dat moment moeilijk hadden. Ze hebben deze vakantie meer dan ooit geleerd dat andere mensen ook mensen zijn. Mensen waar ze niet bang voor hoeven te zijn maar mensen en kinderen zoals jij en ik met dromen over een toekomst.
Kindertekeningen op het strand
We vonden enkele kindertekeningen op het strand tussen achtergelaten bagage, een lek gestoken rubberboot en reddingsvesten. Op één van de tekeningen zijn twee strijders te zien met een zwaard in hun hand. Een strijder met het geheven zwaard staat bij een onthoofd iemand. De onthoofde man of vrouw ligt in het groene gras naast iemand anders die zeer waarschijnlijk ook dood is en bij deze persoon staat een andere strijder met een zwaard. Tranen biggelden over mijn wangen toen ik deze kindertekening* vond.
Mijn gedachten dwaalden af naar wat dit kind allemaal heeft gezien en mee heeft moeten maken. Wie ligt daar? Is het een ouder, een broer, zus of ander familielid? Dat zal ik nooit weten, maar toch straalt deze tekening voor mij hoop uit. De stralend gele zon achter de wolken, boven dit gruwelijke tafereel, laat mij die hoop zien. Het herinnert me eraan dat hoe uitzichtloos het soms ook lijkt, er altijd hoop is. Die hoop wil ik vasthouden voor dit kind en voor alle anderen die op de vlucht zijn. Ik hoop dat op een dag de zon voor hen allemaal weer zal gaan schijnen.
Ook bootvluchtelingen helpen?
Via de Nederlandse stichting bootvluchteling kun jij de vluchtelingen op Lesbos helpen. Op bootvluchteling.nl kun je zien wat jij kunt doen en hoe je eventueel als vrijwilliger met de stichting mee kunt naar Lesbos of Kos. Zij zetten zich in op al die plaatsen waar bootvluchtelingen aankomen. Daar waar acuut hulp nodig is en de nood het hoogst is. Ze verlenen eerste hulp aan de kwetsbaarste bootvluchtelingen, zoals vrouwen, kinderen, zieken en ouderen.
* De kindertekening ligt op dit moment op de tentoonstelling “Mensen zoals jij en ik” van Yolanda Visser in Assen. Foto: Yolanda Visser
(Gastblog van Annemiek van Kooten-van der Flier uit Lommel (België), getrouwd met Michiel van Kooten en moeder van Sander (13), Julian (11), Emma (9) en Pepijn (5).)