Half 7: de wekker gaat. Voor de zoveelste dag hoor ik het tikken van regen op het dakraam. Dat wordt weer een ochtenddiscussie waar de afloop al van bekend is. Een regenpak dat in de kast blijft liggen.
Zoals gewoonlijk begin ik over het tempo.
“Eet eens een beetje door.”
“Ik weet niet wat ik moet eten. En ik heb nog zeker 20 minuten.”
Dan over het tijdstip van vertrek.
“Kom, je moet nu echt gaan.”
“Nee, mam, de rest is er toch nog niet en ik ga echt niet zolang wachten in de regen.”
Ah, een bruggetje naar het weer.
“Zou je niet een regenpak aantrekken?
“Nee-eeh…!”
“Tenminste een regenbroek dan?”
Mijn dochters zuchten. Ze kijken me aan alsof ik de meest onnozele persoon ben die ze ooit ontmoet hebben.
“Wie trekt er nu een regenpak aan? Dat ziet er niet uit!”, is hun mantra sinds ze vorig jaar op de middelbare startten.
Een poging om daarover op een ander – droog – moment in gesprek te gaan, strandde in korte tijd. “Mam, hou op. Ik trek het toch niet aan.”
Klamme kleren
Dus liggen er twee regenpakken in de kast. Regenpakken die er blijven liggen.
Ik denk aan toen ik zelf bijna 14 jaar was. Vreselijk vond ik dat regenpak. Het stonk en je zweette erin. En, inderdaad, het zag er best wel heel erg duf uit. Een natte spijkerbroek en soppende schoenen vond ik nog veel vreselijker. Dat regenpak trok ik dus toch aan om naar school te fietsen.
Ik stopte zelfs onderweg nog, als de regen ineens met bakken uit de lucht kwam, om dat plastic geval aan te trekken. Nog een hele toer trouwen, want zo’n pak gaat helemaal niet soepel over je schoenen. Ondertussen moest ik ook nog mijn fiets met die zware boekentas recht zien te houden in een drassige berm naast het fietspad. Ik liet het hoongelach over me heen komen van de stoere jongens die naar de LTS reden en uiteraard geen regenpak aan deden.
Alles beter dan een hele dag in klamme kleren rondlopen.
Ik weet dat kinderen van deze leeftijd nog niet veel vooruit denken. Ook kunnen ze nog niet goed de consequenties van hun handelen overzien. Maar dat gaat toch niet meer op als je al vier keer in één week volledig nat geregend bent?
Tegenhouden
Weet je wat het ergste is?
Ik heb vreselijk met ze te doen. Als ik achter mijn laptop zit te werken met een kop koffie en ik hoor die regen kletteren, dan gaat er een steek door mijn moederhart. Ach die arme meisjes, zo trappen door die vieze, vieze regen. Er zijn serieus momenten dat ik me zelf moet tegenhouden om niet in de auto te springen en hen onderweg van de fiets te halen. Kom maar snel bij mama, in de warme, droge auto.
Maar ik doe het niet! Nee joh, dat is pedagogisch niet te verantwoorden. Bovendien hebben ze er zelf voor gekozen. Ik heb het ze nog zo gezegd.
’s Avonds bij het naar bed gaan, als de regen weer de dakpannen geselt, zegt één van mijn dochters op een zielige toon: “We zijn de hele week al nat op school aangekomen.”
Ik heb haar hartelijk uitgelachen.