‘Mam’, vraagt oudste dochter van zes, ‘Hoe ben je eigenlijk moeder geworden?’
‘Ik had geluk, kreeg jou en toen was ik moeder’, vertel ik terwijl we verder gaan met afdrogen. Ze is net in bad geweest en het bad is altijd een mooi moment voor de belangrijke vragen. En vandaag is het onderwerp dus het moeder worden.
‘Kon je toen alles in één keer dan?’ Ze heeft me weer eens aan het denken gezet.
In gedachten ga ik terug naar het moment van moeder worden. Heerlijk, dat prachtige meisje op mijn borst. En dat ik in de zaal met andere moeders en vier baby’s feilloos het geluidje van mijn dochter herkende. Dat ze de tweede nacht heel onrustig was en ik met haar heen en weer liep in de gang van het ziekenhuis. Dat de verpleegster vroeg naar de moeder van Merel, en ik me realiseerde dat ik dat was. Dat ik eenmaal thuis met haar genoot van het wandelen met de kinderwagen. Ja, zo lijkt het of ik inderdaad alles direct kon. Het voelde in ieder geval wel zo.
Dit veranderde toen ze naar school ging. Kwam ze thuis met een briefje van de juf dat ik iets moest naaien voor één of ander thema. Daar ging ik dus nat. Ik kan niets met naald en draad. Vroeger niet, nu niet, waarschijnlijk nooit niet.
Gelukkig had de juf alle begrip en wilde ik heus wel dingen voor school doen maar niet met naald en draad. Dus nee, ik kon niet alles direct en sommige dingen leer ik nooit. Maar ik ben wel heel goed in het genieten van het moeder zijn. En ik hoop dat dat me helpt om een goede moeder te zijn.
Hard word ik uit mijn overpeinzingen gehaald door de inmiddels droge dochter. ‘Maar goed dat je mij kreeg. Anders was je altijd een kind gebleven, toch?’