Kinderen horen besef te hebben van de natuur, is mijn overtuiging. Wij besteden dan ook royaal aandacht aan alles wat kruipt, loopt en vliegt in onze tuin. Dat is niet altijd even praktisch, blijkt.
Het bijbrengen van natuurliefde was niet eens zo moeilijk. Nou hebben we ook wel een mazzeltje. Onze tuin is bevolkt met eekhoorns. Je hoeft niet eens echt van de natuur te houden om dol te zijn op de acrobatische toeren van de roodbruine beestjes met hun pluizige staart en puntoortjes.
De kleefkracht van slakkenslijm
De liefde voor dieren ging bij mijn kinderen al snel veel verder. Mijn peuter hield bijvoorbeeld enorm van slakken. Naaktslakken wel te verstaan. Ze bestudeerde deze nuttige, maar wel enigszins onappetijtelijke beestjes uitvoerig. Ze zette ze op haar handen voor uitvoerig onderzoek. Wat ik toen niet wist, maar nu wel, is de enorme kleefkracht van het slijm van de naaktslak. Slijm dat zich, zo bleek tijdens een picknick, niet met een papieren zakdoekje laat wegvegen. Het enige resultaat was een zakdoekpluisjes-spoor op haar handen. Een natte lap werkte ook niet. Minutenlang boenen met warm water en zeep ook niet. Een beproefde motorrijderstechniek bood nog het meeste soelaas. De handen schuren met een schep zand ertussen.
Wrede rituelen
Wespen bijvoorbeeld, waren wel eng, maar mochten we beslist niet doodslaan. Het heeft heel wat kindertraantjes gekost, maar inmiddels zijn de kinderen gelukkig gehard en kunnen ze het wrede ritueel van het doodmeppen van wespen tijdens een zonnige barbecue prima doorstaan.
Weg beestenwalhalla
Onze tuin is een echt vogel- en eekhoorn walhalla. Helaas is nu het onvermijdelijke moment aangebroken waar iedere tuinier mee te maken krijgt. Er moet iets omgehakt. De tuin groeit dicht. De schattige kleine bomen, jarenlang bijna niet te zien in de tuin, zijn uitgegroeid tot woudreuzen. De enige levende wezens die nog van de zon genieten, zijn de mereltjes in de toppen van de bomen. Wij zitten in de schaduw.
Ik hoor niks
Ik houd mijn oren dicht als de kinderen roepen dat ik de uitkijkpost van de merel verniel. Ik loop snel naar een andere kamer als ze me verwijten dat ik de pimpelmezen hun idyllische broedplek door de neus boor. Ik negeer hun pruillipjes als ze vragen waar de eekhoorn dan zijn eten moet halen, als wij de notenboom omzagen. Het moet jongens, het moet, we hebben geen andere keuze. De een zijn brood, de ander zijn dood, raaskal ik.
Lastige natuurkinderen
En dan zie ik een eekhoorntje midden in de tuin. Hij propt zijn bekje vol met mos en maakt er met zijn snoezige pootjes een mooie bal van. Enigszins uit balans door deze extra ballast verliest hij bijna zijn evenwicht als hij van de ene naar de andere boom springt. Hij vervolgt zijn weg naar de hoogste boom en ik zie dat hij bijna in de top een nest bouwt.
Daar zit ik dan nog steeds in de schaduw van bomen, te genieten van de voorjaarszon die ik zie bij anderen in de tuin. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om de bomen te kappen. En als ik het wel doe, zullen mijn kinderen me dat nog jaren nadragen. Als ze me nog aankijken. Eigen schuld, ik heb ze zelf zo opgevoed. Verdorie, wat lastig die natuurkinderen.