‘Een op de vijf vaders leest nooit voor’, lees ik bij nu.nl. Nu doe ik vast heel veel dingen ‘fout’ als vader, maar één ding is zeker: met voorlezen faal ik niet. Bijna iedere avond lees ik mijn zoon voor, voordat hij naar bed gaat – mijn vrouw neemt dan meestal het leeswerk voor dochter voor haar rekening. Maar heeft vrouwlief eens slaapdienst (ze werkt in de zorg) of is ze vanwege andere redenen niet aanwezig, dan neem ik met plezier haar taak waar. Van Woezel & Pip tot Pinkeltje en van Pluk van de Petteflet tot Sjakie en de Glazen Lift, ik heb ze allemaal gehad de afgelopen jaren.
En dat is dubbel fijn, want zo kan ik een hoop inhalen. Want ik had wél zo’n vader die nooit voorlas. Omdat hij een hekel heeft aan lezen. Als hij tegenwoordig de krant openslaat, valt hij er binnen een mum van tijd boven in slaap. Jammer vind ik dat, omdat ik zo een hoop heb gemist. Maar van de andere kant is het ook wel weer fijn. Nu ik zelf iedere avond voorlees, ontdek ik een hele nieuwe leeswereld.
De verhalen van Annie M.G. Schmidt gaan er bij mij in als koek, heerlijk voorleesvoer. Ook de boeken van Roald Dahl zijn om te smullen – al zijn die vanwege de lange zinnen een stuk lastiger voor te lezen. Vervelend is Pinkeltje. De verhalen zelf zijn redelijk, maar de schrijfstijl van ‘Meneer Laan’ is om te huilen. Omdat ik zelf dagelijks met woorden bezig ben, stoort me dat uiteraard. Laten we zeggen dat er behoorlijk wat verschil zit tussen jip-en-janneketaal en Pinkeltje-proza.
Voorlezen geeft veel vreugde. Zowel aan mijzelf als zoon en dochter. En getuige de foto bij dit blog zat het er – ondanks het feit dat ik me niet kan herinneren dat we thuis voor werden gelezen – al vroeg in. Want dat ben ik namelijk, ergens in de jaren ’80, die mijn broertje voorleest.
En weet u? Zelfs mijn vader moet er aan geloven de afgelopen jaren. Zoon en dochter komen regelmatig met een boek naar hem toe. ‘Opa, wil je me voorlezen?’ En dat doet hij dan, zonder in slaap te vallen. Hij leert het nog wel!