Ik weet dat ze zich van geen kwaad bewust zijn, maar mijn ouders hebben mij een hele slechte jeugd bezorgd. Een jeugd die aan elkaar hangt van verderfelijke opvoedkundige keuzes.
Als mijn zus en ik thuiskwamen uit school, zat ze daar. Mijn moeder. Met thee. Geen groene thee met stevia-extract om het op te leuken. Nee, ze gaf ons aardbeienthee met een suikerklontje. Tot overmaat van ramp serveerde ze er koekjes bij. Krakelingen. Van roomboter. En bladerdeeg. In plaats van zo’n lekker zelfgemaakt speltbiscuitje met amandelmeel. Dat mijn moeder ons dat pure gif zo achteloos liet wegkauwen…
Afschuwelijk.
Me-time
De publieke omroep konden wij niet ontvangen aan de rand van de stad. Of tenminste, dat vermoed ik. Wij keken namelijk naar Telekids en de Mini-playbackshow. En mijn ouders keken mee. Me-time, daar deden ze niet aan. Hun me-time, dat waren wij.
Dat was echt niet makkelijk, als kind. Om ze bezig te houden besloot ik de eerste jaren van mijn leven amper te slapen. Heel vermoeiend voor mij. En ik mocht niet eens naar het kinderdagverblijf om uit te rusten en me te ontplooien tot sociale peuter. Pas toen ik 3 was, kwam ik op eigen benen te staan. Veel en veel te laat natuurlijk, dat snap je.
Om het plaatje compleet te maken: ik ging naar een doodgewone basisschool, bracht midweken door in een Centerparksbungalow en had bergen speelgoed, dat allemaal op batterijen werkte. En mijn vader stuurde me soms helemaal naar boven voor een time-out.
Suikerjunk
Het schadelijke gevolg is dat ik nu dus gruwel van quinoa en smul van minion-chocoladevlokken, wat me een geraffineerde-suikerjunk maakt. Ook heb ik mezelf intellectueel niet zo optimaal kunnen ontplooien als wanneer ik wél alle afleveringen van Rembo en Rembo had gezien. Door het ontbreken van kinderdagverblijfervaring heb ik nog altijd grote moeite met het aangaan van sociale contacten en bovendien zet ik mijn eigen zoon nu met enige regelmaat in de hoek als ik mijn geduld verlies. Zo niet mindful.
Zoon in de goot
Tuurlijk, mijn ouders wisten niet wat ze me aandeden. Daarom is het maar goed dat we tegenwoordig zoveel informatie voor handen hebben om tot verstandige opvoedkundige keuzes te komen. Ik ben blij dat ik nu weet dat ik mijn zoon beschadig als ik hem suiker toedien, langer dan vijf minuten tv laat kijken of niet naar het kinderdagverblijf breng. Ik weet dat híj het moeilijk gaat krijgen in de wereld als ík niet af en toe wat tijd vrijmaak om echt tot mezelf te komen. En dat hij in de goot belandt als ik niet heel snel die plastic zingende autootjes van hem opruim.
Zo fijn, die semi-wetenschappelijk handvatten voor modern ouderschap en opvoeding. Want stel je toch eens voor dat mijn zoon later net zo wordt als ik.
Je moet er werkelijk niet aan denken.