Zoonlief eet groente! Niet dat hij ervan smult, maar hij eet het in ieder geval. En dat allemaal dankzij de kinderarts.
Zoals al eerder verteld: zoonlief heeft moeite met het eten van groente. Maar, als hij zes jaar zou zijn, dan zou hij ermee beginnen. Eerlijk is eerlijk: hij heeft woord gehouden – al is het met hulp.
Die hulp kwam dus van de kinderarts in het ziekenhuis. Daar waren we voor verschillende dingen, onder meer voor het niet-groente-eten. En dát vond de kinderarts dus best wel bijzonder erg. ‘Want groente is heel belangrijk, Pim! Daarvan groei je en dan word je een grote jongen. Net als papa.’
Allemaal dingen die wij hem ook al talloze malen hadden verteld. Maar ja, wij zijn geen dokter. Gedwee knikte zoonlief dan ook. Ja, hij wilde wel groente leren eten.
‘Dan maken we een afspraak. Jij gaat iedere avond één theelepel groente eten. Gewoon met de pot mee, dus alles wat papa en mama ook eten. Dat doe je tot onze volgende afspraak, over een aantal weken. En als je het niet opeet, dan ga je naar bed. Niet als straf, maar omdat je dan moet uitrusten. Want van groente krijg je energie en als je geen groente eet, dan moet je uitrusten van de lange dag.’
En warempel: vanaf de eerste dag ging er een knop om. Niet dat hij niet af en toe liep te kokhalzen of te gruwen, maar hij at het op. Elke avond weer. ‘Je hoeft het niet lekker te vinden, je hoeft het alleen maar op te eten.’ Dat bleken wijze woorden van de kinderarts.
Na een aantal weken ging Pim dan ook monter naar de dokter toe. ‘Ik ben nog geen enkele keer eerder naar bed gegaan!’
‘Dat is mooi! Dan eet je vanaf nu ieder avond één eetlepel!’
‘Oké’
En ook dat ging goed. En sinds kort eet hij er twee. Twee keer weigerde hij dienst. Eén keer toen we ’s avonds brood aten en wij dan maar bedachten dat de huzarensalade de groente was. Die wilde hij echt niet en van de dokter mocht hij één groente hebben die hij echt niet wilde eten. Dat is dus huzarensalade. Wij kunnen daar mee leven. De andere keer was de dag voor zijn zevende (!) verjaardag. Toen aten we doperwtjes. ‘Die wil ik niet. Dus ga ik naar bed, want dan ben ik ook eerder jarig.’
Ook daar konden wij mee leven. De kinderarts had al gezegd dat haar programma altijd succesvol was, in het kader van: vreemde ogen dwingen. Wij hadden daar eerlijk gezegd niet zoveel fiducie in, maar het blijkt toch waar te zijn.
De maaltijd bij ons thuis is een stuk leuker geworden. Pim heeft ontdekt dat hij sommige groenten zelfs lekker vindt. Zoals andijvie en boerenkool. En wortels, met niet al teveel suiker. Boontjes ook, met Aromat. En rabarber, natuurlijk. In ons mini-tuintje achter het huis staat zelfs een stommeltje rabarber. Ter ere van de de rababerrevolutie van Pim!