Er zijn al zes kilo’s af. Hoppa, ik slinger het maar even de openbaarheid in. Na me jarenlang verscholen te hebben achter de veelzeggende termen ‘zwanger’, ‘ontzwangeren’, ‘borstvoeding’ en ‘sporten, maar wannéér dan?’ is het zo ver. Ik móet er wat aan doen. Ondanks dit fijne gedichtje van Annie M.G. Schmidt, dat al jaren pontificaal op mijn ijskast hangt:
Dan maar dik
Ik hou van aardappels en sju met veel gehak,
ik hou van rolpens en van varkenscoteletten,
ik hou van koffie met veel suiker en gebak,
ik hou van pudding en van warreme kroketten.
En as ik dik wor, nou, dan moet dat maar gebeure,
ik zal beslist niet over kallerieën zeuren.
En zonder taartjes is het leven veel te grau
en as je honger heb, dan wor je zo humeurig.
U moet maar denken as u dikker wordt, mevrouw,
je kan nog beter lekker mollig zijn dan treurig.
En as ik dik wor, nou, dan zal ik het wel merke,
ik ga m’n leve niet met rauwe groente werken.
(het hele gedicht lees je hier)
Ik sta er nog steeds achter hoor, ‘liever dik dan treurig’. Al hou ik wel van kropsla met azijn en niet van rolpens en varkenscoteletten. Maar als je heel vaak treurig wordt van het dik zijn, dan moet het maar. En het lukt dus. Zes kilo, en geen mens is het nog opgevallen. Dat beschouw ik maar als compliment. Ze weten nog hoe ik eruit zag voor al die zwangerschappen. Nu word ik langzaam weer normaal. Na deze start met de ‘zes’, restkilo’s van kind twee en drie, wacht mij nu nog wat ik noem: ‘de tien van Savine’. Want die eerste zwangerschap zeg, poeh! Wat vond ik het prachtig dat zwanger zijn. Zo mooi rond zijn en met een buik pronken, in plaats van krampachtig vetrollen verbergen. En wat hoorde daar taart bij om dit mooie nieuwe leven te vieren! Elke dag een stuk om precies te zijn. Vier maanden lang. Het klopt hoor dat vrouwen niet meer na kunnen denken door de hormonen. Maar dat de rest van de wereld om mij heen ook niet meer na kon denken is me een raadsel. Hállo? Waarom lieten jullie mij elke dag taart eten? En waarom renden jullie nog om 21.59 uur naar de Ap voor een kersenvlaai omdat ik daar zo’n zin in had? Oh ja. Hmm. Dat vroeg ik. Héél vriendelijk. Maar misschien ook een beetje dwingend.
Nou ja. Het is in ieder geval fijn dat ik weer een manier heb gevonden om ook weer voor mezelf te zorgen. Om niet alleen al het kindergespuis in mooie kleren te stoppen en gezond te eten te geven, maar ook mezelf. Dat ik dat wíl, een leuke IK zijn en niet alleen een leuke moeder. Raar dat je dat kunt vergeten. l gaan de twee moeilijkste maanden van het jaar in als het om gezond eten gaat, help mij herinneren: ‘Liever een Quinoakut dan een verlepte bakfietsmoeder’. Laten we het een eigentijdse hertaling van Annie M.G. noemen.